“De grootste openbaring is de stilte”, Lao-Tse
Sinds enkele jaren houden we met de cliënten van de Vervolg opname aan de Grasdorp straat een stiltetraining in het nabijgelegen Dominicanenklooster. Veel mensen hebben behoefte aan het aanleren van manieren om overprikkeling tegen te gaan en hun eigenheid en stabiliteit te versterken en vergroten. De vaardigheid van het verstillen en het neutraal waarnemen van wat er in je omgaat is een belangrijke om tot reflectie en bezinning te kunnen komen.
Broeder Jozef Essing (86 jaar) is soms aanwezig bij de stiltetraining. Hij heeft veel ervaring met stilte, Het zit in het dagritme van de mensen die in het klooster wonen. Zelf ziet hij zich als ‘nuldejaars, die bezig is om te leren ademen’. Iets dat zo vanzelfsprekend lijkt. We halen adem vanaf het moment dat we ter wereld komen. Maar eigenlijk is het een levenskunst, geeft hij aan. Kloosters zijn van oudsher pleisterplaatsen, bedoeld voor mensen tot bezinning te komen, naar binnen te keren. Elk klooster heeft een kloostertuin, die uitnodigt tot ‘stille verpozing’.
Het is elke keer een cadeautje om met deze talentvolle groep cliënten het klooster binnen te wandelen. Op het moment dat we een voet over de drempel zetten, gebeurt er iets met ons. We dempen als vanzelf onze stemmen, de haast verdwijnt uit onze stappen. Alsof we in een ander energieveld komen lijkt het haast. We starten door onze stoelen in een kring te schuiven en steken de kaars die we in het midden plaatsen aan. Het kleine vlammetje is een synoniem voor onze innerlijke kwetsbaarheid en tegelijk is het een oneindig krachtig en levendig iets. Het liefst zet ik ook altijd iets van bloemen of takken erbij in het midden, een connectie met de natuur.
We gaan eerst de kring rond: ‘hoe gaat het met je op dit moment? Wat leeft er op dit moment in je? Wil je daar kort iets over delen?’ Daarna zoekt iedereen een fijn plekje in de kloosterbanken wordt de stilte met een begeleide meditatie en een zacht belletje ingeleid. Het is een kunst om goede woorden te vinden en tegelijk maakt het niet uit als ik voor mijn gevoel maar wat aan klungel; de cliënten pakken eruit wat voor hen voedzaam is.
Als na tien minuten het belletje opnieuw klinkt, is dit voor de één “veel te kort’“ en voor een ander "net iets te lang.". Stilte. Oorverdovend voor veel van de cliënten. Sommigen zien als een berg op tegen die eerste keer stiltetraining. Toch blijkt het vaak mee te vallen. ‘Ik dacht dat ik in een groot zwart gat zou vallen, maar ineens zag ik de dingen in het licht. Ik weet eigenlijk precies wat ik wil, alleen hoe de vorm wordt weet ik niet’. In de stilte vinden ze een moment waarbij zij iets van helderheid en verbondenheid ervaren. Verbondenheid met zichzelf.
Na de tien minuten keren we langzaam terug in onze kring. We houden geen uitgebreide evaluatie, Wel krijgt iedereen de mogelijk iets te delen, al zijn het maar flarden: hoe was het voor je? Daarna hebben we nog even de tijd om het klooster verder te ontdekken. Rondlopen en de enorme glas in loodramen bewonderen, of de muurschilderingen. De kloostertuin bewonderen. Sommigen steken een kaarsje aan om bij iets stil te staan, of voor iets of iemand te bidden.
Na enkele keren meegedraaid te hebben, gaan cliënten steeds meer uitzien naar de stiltetraining, merk ik. Het is een moment van rust in hun anders drukke week. “Het is de enige plek waar ik van mezelf niets hoef”, zei een client laatst. Daar kan ze het ‘dwingen’ en het ‘moeten’ in zichzelf loslaten. Daar lukt het om alles wat er in haar leeft in het midden neer te leggen en een soort ‘grond’ onder alle onrust te voelen.
Stilte betekent voor sommigen ook dat de zelfveroordeling naar ze lijkt te schreeuwen in hun hoofd. Hoe daarmee om te gaan vragen ze zich af. Broeder Jozef noemt deze veroordeling een bewustwording die je misschien kan zien als een vertrekpunt. Een beginpunt van waaruit beweging mogelijk is. In de stilte oefen je met het ontvankelijk worden van iets dat mogelijk is. De start van een reis naar zelfacceptatie.
Ook Meister Eckhart, een filosoof en theoloog, behorende tot de orde van de Dominicanen in de 13e eeuw, schreef over dit beginpunt. Hij heeft het over ‘ontvankelijkheid als levenskunst’. Open staan voor wie je kan zijn. In de stilte kan je in verbinding komen met ‘een soort grond van alles en tegelijk is het ook een soort grondeloosheid’. Eckhart noemt dit ‘pure potentialiteit’, oftewel mogelijkheid : want iets wat mogelijk is, is nog niet iets op zichzelf’.
Eckhart heeft het over ontvankelijkheid als tegenhanger voor het dwingende en calculerende denken en zelfoordelen van de mens. Leer je open te stellen, je innerlijk leeg te maken. Laat je niet vangen of je helemaal in beslag nemen door al je zorgen.
Tijdens de stiltetraining oefenen we ons in ontvankelijk zijn. Het is een soort beginpunt. Het levert een bijdrage aan de eigen zoektocht van cliënten, een zoektocht waarbij ik ze graag wil helpen. Ik ben er nog steeds erg dankbaar voor dat dit op mijn pad is gekomen.