De dag van de eerste rTMS was ik niet veel waard; alle spanning die ik de afgelopen tijd opgebouwd had kwam eruit. Hoofdpijn, moe, onrustige gedachten, misselijk. ‘Hoe ga ik die zes weken overleven?’ bleef in mijn gedachten terugkomen.
Het UCP had aangegeven dat het verstandig was om iemand mee te nemen. Het liefst ga ik alleen naar afspraken en ben ik niet afhankelijk van anderen. Lekker op mijn eigen manier en eigen tempo. Stress haalt ook niet de beste eigenschappen in me naar boven.
Al zal niemand in deze situatie zeggen: ‘Zoek het zelf maar uit’, is er ergens in mijn hoofd een negatief stemmetje die zegt dat ik tot last ben. Toch werd ik overtuigd en vertrokken mijn man en ik op maandagochtend richting Groningen.
En wat was het fijn dat hij mee was! Hij die al die tijd naast mij staat. Van de 15 jaar samen loopt er 8 jaar die ongevraagde gast mee: de depressie. Dat vraagt een enorm lange adem. Geen volwaardige partner hebben, dromen uitstellen, niet toekomen om zelf te ontwikkelen: zomaar een greep uit wat gedachten die in me opkomen als ik aan deze periode denk. En dan heb ik nog niet eens benoemd dat het hele huishouden op hem neer kwam, hij naar veel dingen alleen moest gaan en ruimte voor zijn zorgen; niet vaak bij mij.
Ik kan me daar schuldig over voelen en verdrietig als ik eraan denk hoe moeilijk die periode voor hem geweest moet zijn. Toch ontwikkelden we ook een mooie overlevingsmodus, bleek morbide humor de manier om suïcidaliteit een plek te geven en probe(e)r(d)en we er het beste van te maken.
Maandagochtend. Samen vroeg op, samen meezingen met die favoriete cd, samen zoeken naar de juiste weg na een verkeerde afslag. En hij die mij geruststelt, mee luistert naar wat de psychiater zegt en zorgt dat ik me iets rustiger voel.
Maar ook toen ik ‘s middags uitgeteld in bed lag, zorgde hij voor mijn ontbijt voor de volgende ochtend. ‘s Avonds was het tijd voor hem om weer terug naar Deventer te rijden, de volgende dag ging zijn wekker om 06:00u, om te gaan werken in de zorg.
Helden zijn het, die naasten van ons.