1999. Keelpijn heb ik, en niet zo'n beetje ook. Constant bijna. En soms is deze dan een week of twee weg. Ik zit in 6 vwo en mijn koorts is met die keelpijn meestal zo rond de 39.7. Het is eens in de paar weken 'feest' en de complete eerste tentamenronde mis ik hierdoor. Op school word ik niet geloofd: ik woon op mezelf en ik ben waarschijnlijk te weinig gemotiveerd voor dat laatste jaar. De oplossing om deze driewekelijkse cyclus te doorbreken blijkt een keelamandeloperatie. De pijn erna was vreselijk, maar keelontstekingen met +39 gr koorts? Nooit meer gehad.

1998- 2003 Voor mijn steeds weer terugkerende buikpijn zoek ik een diagnose. Ik word meerdere keren echt gek van de pijn en alle keren moet ik vanwege de pijn, de 38,3 graden koorts en de hoge ontstekingswaarden 'toch voor de zekerheid even opgenomen worden in het ziekenhuis'. Als de dag erna de ontstekingswaarden weer normaal zijn en de koorts weg is, word ik naar huis gestuurd. Een enkele keer moet ik wat langer blijven. Er wordt afgesproken dat de blinde darm eruit wordt gehaald. De operatie valt me mee en nooit meer heb ik last van die vreselijke buikpijn.

2003. Doodziek word ik na de bevalling van mijn tweede kind. Ik heb daar geen tijd voor en ook geen zin in. Ik slik stiekem paracetamol om maar te laten zien 'dat ik het best kan'. Ik ben 23 jaar en vind dat ik een perfecte moeder moet zijn. Terwijl ik merk dat ik mijn bed niet meer uit kan, zeg ik -lachend- dat ik eens goed ga genieten van deze kraamtijd en dat ik -haha- eens lekker rustig aan ga doen. Ik huil als ik alleen ben. Ik voel me ziek. Zo ziek. Als op de laatste kraamdag mijn koorts boven de 40 graden komt en mijn polsslag, in rust, aangeeft dat ik minstens een marathon gelopen moet hebben, lukt het me niet meer om stoer te doen. Ik word afgevoerd naar het ziekenhuis. Met 41,6 graden koorts. Kraamvrouwenkoorts vermoedelijk. Ik hoor bij aankomst dat ik nóg een nacht thuis 'echt niet overleefd had'. De eerste nacht in het ziekenhuis denk ik dat ik doodga en er wordt met spoed een arts opgeroepen. Ik krijg meer koortsremmers en nog meer antibiotica. Ik hoor van de verpleging dat ik echt heel erg ziek ben en 5 dagen lig ik met extreem hoge ontstekingswaarden in het ziekenhuis. Als de koorts weg is, de ontstekingswaarden gedaald zijn, mag ik ineens weer naar huis. Levend.

Drie diagnoses: chronische keelontsteking, chronische blindedarmontsteking en vermoedelijk een baarmoederontsteking. Operaties, opnames en antibiotica zorgden ervoor dat ik opknapte. De diagnoses werden gesteld, het bijbehorende protocol werd gevolgd en ik werd genezen. Een sluitend systeem.

2018. Al jaren heb ik de diagnose depressie. Hoewel ik eerst met overspannenheid en burn-out werd gediagnosticeerd. Een diagnose die de lading soms wel dekte, maar steeds vaker niet. Nu niet in ieder geval. Het depressieprotocol is doorlopen, ik heb gesprekken gehad en pillen geslikt. Ik heb deeltijdprogramma's gevolgd en ben opgenomen geweest en heb nóg meer pillen geslikt en heb nóg meer opnames gehad. En nu zit ik er, thuis, dat wel, beroerder bij dan ooit tevoren.

Ook mijn andere diagnose, CPTSS, dekt niet helemaal de lading. Mijn grillige gedrag valt op. Gedrag dat mij niet past of staat. Bipolariteit en een persoonlijkheidsstoornis als borderline zijn inmiddels uitgesloten. 

Nooit heb ik wat met diagnoses gehad, behalve dat ik er 'geen een wilde'. Na 'overspannen', 'burn-out' 'depressie' en 'PTSS' was ik er wel klaar mee. Help me gewoon, zo dacht ik, dan maar zonder diagnose, maar nu is het anders: Ik wil een diagnose. Ik wil een diagnose die mijn gedrag verklaart. Om vervolgens gericht therapie op díe diagnose te krijgen. En dan word ik beter. Toch?!

Er is een vermoeden momenteel. Die was er ineens en ik had nog nooit van de aandoening gehoord. En toen ik erover las, werd ik wat week van binnen: ja, ik herkende dingen. Maar ook: sommige dingen herkende ik absoluut niet. 'Dus het zal wel niet....' zegt mijn sombere ik.

Maar alsjeblieft, geef me een label. Geef mijn stoornis (of ziekte) een naam. Want dan kan er blijkbaar wat gebeuren. Jammer dat er sprake is van wachtlijsten en dat ik nu mijn tijd aan crisissen besteed. Crisissen die niet alleen maar mij raken, maar ook de mensen om me heen. Crisissen waar niemand meer mee om weet te gaan en mij wanhopig maken. En mij niet alleen.

Dus alsjeblieft. Kom maar op met dat onderzoek, doe een diagnosestelling en geef daarbij de behandeling die daarbij hoort.

Ik ben er wel aan toe.

Zei ik uitgeput.

Artikeldatum