Een patiënte vertelde dat ze nu pas bemerkte dat ze vrede had met het gebruik van medicijnen. En dat ze ook nu pas kon accepteren dat ze mogelijk de rest van haar leven medicijnen zou moeten of willen blijven gebruiken. Hoe zat het bij haar precies? Inmiddels zo’n 6 jaar geleden werd bij haar de diagnose bipolaire stoornis gesteld. Ze was op dat moment opgenomen in verband met een depressie. Hoewel zij geen partner had, had zij een grote kinderwens en twijfelde zij erg of zij ingesteld wilde worden op onderhoudsmedicatie.
Nog tijdens de opname leerde zij haar huidige partner kennen en al snel kregen zij een relatie en al bijna net zo snel bleek zij zwanger te zijn. Voor haar was het duidelijk dat dit een periode was, waarin zij geen medicatie wilde gebruiken. Evenmin na de bevalling, want zij wilde borstvoeding geven. Met patiënte werden de risico’s besproken op vooral een postpartumpsychose, maar haar wens om borstvoeding te geven was zo groot, dat zij het risico op een postpartumpsychose voor lief nam. Na de bevalling van haar eerste kind ging het aanvankelijk goed, maar na zo’n week of vijf werd zij steeds meer somber. Nog wat later ontwikkelde zij het beeld van een postpartumpsychose. Na de zwangerschap van de tweede ging het min of meer hetzelfde. Zij gaf aan nu wel onderhoudsmedicatie te willen gaan gebruiken. Haar gezin was compleet en nu wilde ze wel kijken of ze zich met medicijnen beter voelde dan zonder medicijnen. Inmiddels gebruikt zij zo’n twee jaar medicijnen, voelt ze zich heel goed, is blij dat ze nu toch voor het gebruik van medicijnen heeft gekozen, maar is ook blij dat ze de zwangerschappen zonder medicatie heeft kunnen doen.
Hoe zit dat nu met het gebruik van medicijnen bij de bipolaire stoornis? Sommigen zeggen dat je er levenslang aan vast zit, anderen beweren dat je alleen medicatie hoeft te gebruiken als je een depressie of (hypo)manie hebt. Er gelden richtlijnen voor het geven van medicatie. Hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid episodes, die iemand heeft gehad; de ernst van de episodes en of de bipolaire stoornis ook in de familie voorkomt. Bij meerdere en/of ernstige episodes en het voorkomen van een bipolaire stoornis bij familieleden is het advies onderhoudsmedicatie te gebruiken. En wanneer iemand één keer een hypomanie en geen of een lichte depressie heeft doorgemaakt, wordt vaak voorgesteld geen onderhoudsmedicatie te gebruiken. Uiteindelijk is het natuurlijk het allerbelangrijkste wat de patiënt zelf wil. Er zijn mensen met een bipolaire stoornis, die zonder problemen medicijnen gebruiken en het risico willen verkleinen nogmaals een depressie of (hypo)manie door te maken. Anderen willen echter geen onderhoudsmedicatie gaan gebruiken, ook al zijn ze meerdere keren opgenomen geweest. Vaak heeft het natuurlijk te maken met het al dan niet last hebben van bijwerkingen van de medicijnen. Maar ook hoe men aankijkt tegen het gebruik van medicijnen in het algemeen. Sommigen hebben namelijk het idee dat het blijven gebruiken van medicijnen een teken van zwakte is., Anderen hebben moeite mee om te accepteren dat ze een bipolaire stoornis hebben. Het blijft vreemd dat men medicijnen bij suikerziekte vaak makkelijker accepteert dan medicatie bij depressie of manie.
Het is natuurlijk nogal wat om medicijnen te moeten gaan slikken. Je kunt er boeken over schrijven (over het al dan niet gebruiken van medicijnen; over wat medicijnen met je gevoel van eigenwaarde kunnen doen etc). Medicijnen kunnen de bipolaire stoornis niet genezen, wel kunnen zij de toppen en dalen wat afvlakken en een nieuwe episode voor je uitschuiven. Kan dat nou ook op een andere manier? Tja, daar is het antwoord moeilijk op te geven. Wel is het natuurlijk zo dat iedereen vaak wel aan bepaalde signalen merkt dat het niet goed dreigt te gaan. Als je merkt dat je wel erg enthousiast wordt en blijft, dan is het zinvol zelf wat op de rem te gaan staan en andersom is het zo dat wanneer je merkt dat je matter wordt en neigt jezelf te isoleren, dat je dan juist bewust activiteiten moet gaan ondernemen. We noemen dat ook wel contragedrag. Er zijn mensen, die op deze manier zonder medicijnen hun stemming op de rails kunnen houden. Anderen gebruiken alleen bij dreigende episodes tijdelijk medicatie. Nog weer anderen, eigenlijk de meesten, hebben inmiddels ervaren dat het niet lukt om zonder onderhoudsmedicatie een bevredigend leven te leiden.
Al met al is het toch zo dat medicijnen wel een erg belangrijk onderdeel van de behandeling zijn. Maar tegenwoordig zijn andere onderdelen van de behandeling ook erg belangrijk. Zoals het bijhouden van een signaleringsplan en het bijhouden van een lifechart. Hoe dan ook, uiteindelijk is het allerbelangrijkste, dat je samen met je behandelaren (vaak psychiater en verpleegkundige) tot een voor jou beste behandeling komt. En tja, medicijnen blijven daar wel een zeer belangrijke, heel soms een tijdelijke, rol in spelen.