De vragenstelster is een vriendin. Eentje die bleef, ondanks al mijn afzeggingen, ondanks dat ik met regelmaat de deur niet voor haar opende en van wie ik de appjes regelmatig onbeantwoord liet. Want het is niet leuk om steeds de vraag: “hoe gaat het?” te krijgen als het helemaal niet goed gaat. Toen ik vanaf de intensive care naar een gesloten afdeling binnen de psychiatrie werd gebracht, was zij er diezelfde avond nog. Na een dag werken en na een uur rijden met de auto. Ze nam die avond afscheid met de woorden: “Vanaf nu moet je écht weer normaal gaan doen, hoor”. Een vriendin naar mijn hart.

Maar goed: terug naar de vraag hoeveel vrienden ik ben kwijtgeraakt. Er wordt binnen de ggz namelijk regelmatig aandacht besteed aan de partners, broers, zussen en ouders, maar er zijn natuurlijk ook veel mensen die 'vriend zijn van...'. In dit geval: vriend van mij, een vrouw van 37 met een langdurige depressie die niet goed op lijkt te klaren.

Ik dacht aan mijn vriendinnen. Mijn man en ik zijn geen bezitters van een vaste vriendengroep, maar we hebben wel goede, 'losse' vrienden. En die vrienden ging ik dus na. A. die maar kaartjes blijft sturen, om de moed erin te houden. J die me gewoon kwam bezoeken tijdens mijn opname en niet deed alsof ik iets heel engs had. Een andere J die mij wekelijks bericht om te vragen hoe het met mij gaat en me regelmatig uitnodigt voor koffie of lunch in de stad. Ik denk aan K die druk is met een fulltime baan en drie kinderen, maar die toch vanuit de andere kant van het land langskomt op een vrije dag om er voor mij te zijn. S, die ik 24 uur per dag kan berichten als het niet gaat en die me dan gaat opvrolijken of met goede tips komt. M die -toen ze laatst een keer begreep dat het écht niet zo goed ging- gewoon in de auto stapte om me anderhalf uur later een knuffel te komen geven. E die me de leukste kaartjes stuurt en met wie ik lekker kan lunchen en kletsen in de stad. D, die zelf weet hoe het is om een depressie te hebben en me regelmatig bericht. En eigenlijk zijn er nog een paar die me écht niet hebben laten vallen.

Tot hier het leuke gedeelte, want inderdaad, ik ben wel vrienden kwijtgeraakt. De vrienden die zeiden: “Als ‘het’ weer over is, spreken we weer gewoon gezellig af hoor”. 'Het' is mijn complete psychische instorting. We hebben inmiddels dus al 2,5 jaar niet meer afgesproken. En als 'het' weer over is, weet ík niet of ik nog wíl afspreken. Andere vrienden negeerden het gewoon, maar namen ook afstand. Als we ze toevallig tegen het lijf liepen en ik beantwoordde hun vragen, leken ze best geïnteresseerd, maar nog nooit hebben ze hulp aangeboden en op verjaardagen werden we ineens niet meer uitgenodigd. En zo was er nog een stel waarbij het alleen gaat om de leuke dingen. Van wie het motto 'live, laugh, love' is en waar een psychisch zieke vriendin blijkbaar niet in past.

Momenteel ben ik opgenomen. Niet voor mijn lol. En ook niet als experiment om te kijken of ik nog meer vrienden kan kwijtraken. Ik ben gewoon nog niet beter en af en toe val ik iets te diep. Ik stelde mijn vriendinnen op de hoogte met daarbij de zin dat ik bezoek mocht ontvangen: mijn agenda stroomde snel vol. Wat een fijn gevoel!

Hier hoor ik de verhalen van andere opgenomen patiënten en merk ik dat ik het best getroffen heb. Eén iemand benoemde namelijk geen één goede vriend meer te hebben. Ik kon het me niet voorstellen: zo’n leuke meid….

Ik ben dankbaar voor mijn goede vrienden. Ik wens alle patiënten en cliënten minstens één goede vriend.

Wat is jullie ervaring? Is het moeilijk om vrienden te blijven met iemand die psychisch patiënt is? Of blijft hij/zij naast die rol, ook nog gewoon de rol van vriend houden? En als je zélf de patiënt bent: wat zijn jouw ervaringen? Ben je vrienden kwijtgeraakt, of heb je je vrienden behouden en wellicht heb je nieuwe vrienden gemaakt?

Artikeldatum