Een schreeuw om hulp

Na het overlijden van zijn vader staat de moeder van René er alleen voor. Zijn broer worstelt met de situatie en vindt het moeilijk zijn weg hierin te vinden. Op zijn 26e krijgt de broer van René zijn eerste psychose. 'Dan weet je als familie echt niet wat je overkomt en hoe je om moet gaan met de situatie.' Zijn moeder is degene die contact heeft met de psychiater. 'Zij heeft dat allemaal in haar eentje opgevangen.' René is vijf jaar jonger en voelt zich bang voor zijn grote broer. Ze hebben dan ook weinig contact. Dat wordt anders wanneer René ouder wordt. ‘Bepaalde gebeurtenissen uit het verleden hebben toen een plek gekregen en het zeer in de familie werd uitgepraat.’

Door te delen kom je verder

Naarmate ze ouder worden, wordt de band tussen René en zijn broer sterker en zien ze elkaar vaker. René wordt steeds actiever in zijn rol als naaste. Inmiddels heeft hij zijn weg gevonden in deze rol, maar dat was niet altijd makkelijk. 'Je kunt je als naaste behoorlijk eenzaam en verloren voelen. Een soort toeschouwer achter een glazen wand.' René vond, en vindt, veel steun in het contact met lotgenoten. Zo neemt hij regelmatig deel aan de (online) naastenavonden. 'De verhalen die je daar hoort en deelt zijn allemaal anders, maar je vindt elkaar in een gevoel van machteloosheid, verdriet en onmacht. Door te delen, kom je verder.'

Je kunt je als naaste behoorlijk eenzaam en verloren voelen. Een soort toeschouwer achter een glazen wand.

Een veilige plek waar je je zorgen kan achterlaten


Als naaste hecht René ook veel waarde aan de relatie met de verpleegkundigen en behandelaren van zijn broer. Investeren in deze relatie is iets wat René alle naasten aanraadt. Het zorgt er volgens René voor dat je als naaste gehoord en gezien wordt en dat je betrokken wordt bij de behandeling en het reilen en zeilen op de afdeling. 'Het geeft je het gevoel dat je erbij hoort. Heb je die relatie niet, voel je je weer die toeschouwer achter het glas.' Daarnaast is de afdeling van zijn broer voor René ook een veilige plek geworden waar hij zijn zorgen kan bespreken en zo nodig kan achterlaten. 'Bijvoorbeeld wanneer het contact met mijn broer even niet zo lekker loopt. “Dan zeg  ik dat tegen zijn behandelaren. Ik heb het dan kenbaar gemaakt en het is dan even niet meer mijn probleem. Dat heb ik moeten leren. Vroeger dacht ik dat ik alles zelf moest oplossen.'

In de relatie met de behandelaren is het volgens René ook belangrijk om als naaste mondig te zijn en niet bang te zijn om je mening te geven. Zo gaat René met elke nieuwe behandelaar van zijn broer in gesprek. 'Met alle ervaring die je als naaste hebt, heb je ook de nodige kennis opgedaan. Bijvoorbeeld over de werking van bepaalde medicatie en waar op te letten als er wat in de medicatie aangepast wordt. Het is belangrijk om daarover in gesprek te gaan. Daarnaast geef je dan ook een duidelijk signaal af: 'Denk eraan, wij zijn er ook nog.'

Samen schilderen

Het contact met zijn broer is goed. René bezoekt zijn broer een paar keer per maand en ze bellen regelmatig. Tijdens de bezoekjes schilderen ze vaak samen. ‘Mijn broer schildert heel veel, bijna elke dag. Het is een uitlaatklep voor hem.’ Zodra het over schilderen gaat, gaan zijn ogen schitteren. Dan kijkt hij je aan, gaat zijn stemming omhoog, verdwijnt de boosheid en maakt hij echt contact met je.” René voelt dat er op zo’n moment iets goeds ontstaat tussen hem en zijn broer. ‘Dat is gewoon fijn om mee te maken.’

René hoopt dat zijn broer nog heel lang op de plek waar hij nu verblijft kan blijven. Maar waar zijn broer ook in behandeling is, één ding is zeker. René blijft de (online) naastenavonden bezoeken en werken aan de goede band met het behandelend team.

Adviesraad naasten

Wist je dat we bij Dimence Groep ook een Adviesraad Naasten hebben? De Adviesraad Naasten kijkt door de bril van een naaste en draagt zo bij aan een optimale behandeling van cliënten. De Adviesraad geeft gevraagd en ongevraagd advies over wat opvalt, het beleid en wat er beter kan. Meer informatie over de adviesraad vind je hier