Overslaan en naar de inhoud gaan

In gesprek met Saskia Troost, manager divisie Ouderen ggz

Niet langer pappen en nathouden, maar focussen op behandelen. 

Over ouderen en ouderenzorg bestaan veel vooroordelen, zo ook over de ouderenpsychiatrie. Want heeft behandelen bij patiënten op leeftijd nog wel zin? En horen psychische problemen niet gewoon bij het ouder worden? Om hier achter te komen en om wat vooroordelen uit de weg te ruimen, sprak ik met Saskia Troost, manager zorg binnen de divisie Ouderen ggz van Dimence.

Saskia werkt al bijna veertien jaar als ouderenpsychiater.

Afbeelding van Saskia Troost

Wat is de ouderenpsychiatrie eigenlijk?
‘De ouderenpsychiatrie is de psychiatrie voor mensen in de derde en vierde levensfase. Er is afgesproken dat dit is voor mensen boven de 65 jaar, maar dat is geen hard criterium. Je hebt mensen onder de zestig die goed bij ons passen omdat zij al ouderenproblematiek hebben. Daarnaast zijn er ouderen van boven de 65 jaar die vanwege een specifiek probleem nog goed een behandeling kunnen krijgen bij een team binnen de divisie Specialistische diagnostiek en behandeling.”

Maar wat is dan het verschil tussen de ‘gewone psychiatrie’ en ouderenpsychiatrie?
“Wij kijken meer naar verschillende levensfacetten. Naast de psychiatrische stoornis houden we rekening met het ouder worden, dus bijvoorbeeld met cognitieve achteruitgang, veroudering op lichamelijk vlak, dat mensen kwetsbaarder worden en het sociale systeem dat verandert. Het is dus een heel breed vakgebied. Dat is echt een uitdaging, maar maakt het ook heel mooi. Het is heel divers.”

Maar maakt die breedheid het dan zo interessant?
‘Ja, ik zie op mijn poli alle psychiatrische stoornissen. We hebben bijvoorbeeld geen poli alleen voor ziektebeelden zoals bipolair of angst en stemming, maar ik zie alles voorbij komen. Daarnaast moeten we natuurlijk rekening houden met de lichamelijke factoren, zoals ziekte en medicatie die daarbij voorgeschreven wordt. Je ziet ook andere uitingsvormen, er zijn bijvoorbeeld niet veel ouderen die zich nog automutileren, maar het zwart-wit denken zien wij wel heel veel. Of dat mensen door hun stoornis vastlopen in het verzorgingstehuis of andere woonvoorzieningen.

Zijn het dan voornamelijk patiënten die al hun hele leven kampen met psychiatrische problemen?
Eigenlijk beide. We zien patiënten die al langere tijd psychiatrische problemen hebben en door bijvoorbeeld bijkomende lichamelijke problemen vastlopen en bij ons terecht komen. Maar er zijn ook mensen die door een life-event, bijvoorbeeld het overlijden van een partner of het stoppen met werken, voor het eerst bij ons in beeld komen. Soms komen mensen  bij ons omdat zij horen dat bijvoorbeeld hun kleinkinderen autisme hebben en dat zij met terugwerkende kracht daarin veel herkennen en merken dat zij ook vastlopen.

Bij ouder worden speelt ook vaak dementie een rol. Is dat ook iets wat onder de ouderenpsychiatrie valt?
Als dementie de hoofdiagnose of de voorliggende diagnose is, niet. De zorg ligt dan bij de huisarts of de specialist ouderengeneeskunde. Vroeger hadden wij wel geheugenpoli’s, maar die zijn er niet meer. We doen nog wel geheugendiagnostiek, maar dat zijn mensen die met psychiatrische klachten komen, bijvoorbeeld ouder wordende schizofrene patiënten. Als die dementieklachten voorop gaan staan, dan dragen wij ze over, bijvoorbeeld aan het Netwerk Dementie.

Waar focus je op bij de behandeling bij oudere psychiatrische patiënten? Herstel is natuurlijk niet altijd meer haalbaar. Is het dan nog de moeite waard?
Onze focus is altijd de psychiatrische behandeling. We proberen de symptomen te verminderen en de klachten te behandelen. Bij depressie behandel je gewoon volgens het protocol, mensen kunnen nog volledig herstellen van zo’n depressie.  

We gaan uit van de herstelgedachte, wat zijn nog mijn waarden en krachten? En hoe heb ik daar eigen regie in? We willen dat mensen nog een betekenisvol leven hebben met een zinvolle dagbesteding.

Ook ouderen met psychiatrische problemen maken mee dat ze in de hoek worden gezet

Binnen de ggz wordt veel gesproken over het bestrijden van stigma. Speelt stigma een grotere rol binnen de ouderenpsychiatrie dan binnen de gewone psychiatrie?
Ook ouderen met psychiatrische problemen maken mee dat ze in de hoek worden gezet, gelabeld worden als moeilijke mensen, dat men niet over hun klachten wil praten. Dit geeft schaamte. Wij proberen tijdens onze gesprekken met hen en hun naasten hier duidelijk aandacht voor te hebben. Ook merk je bij sommige ‘oudere ouderen’, mensen van 85 plus, dat zij het lastiger vinden om over emoties te praten. Die mensen zien we ook niet zoveel. Maar de jongere oudere heeft dat praten over emoties al veel meer geleerd. Daar komt ook een verschuiving in. De jongere groep stelt meer eisen en is veel mondiger. Ook wij evolueren daar in mee.

Is er in die dertien jaar dat je werkt als ouderenpsychiater veel veranderd?
De ouderenpsychiatrie is geprofessionaliseerd. Er is meer aandacht gekomen voor de verschillende soorten behandelingen. Ook in de ouderenpsychiatrie heeft er een ambulantisering plaatsgevonden, met kortere opnames en de vorming van een ITB team (intensieve thuisbehandeling). Vroeger was er bijvoorbeeld bij persoonlijkheidsstoornissen niet zoveel mogelijk qua behandeling. Nu hebben we de VERS-trainingen en schematherapie en zijn er veel meer mogelijkheden om te behandelen. Er wordt veel meer onderzoek naar gedaan. Tien jaar geleden was dat nog helemaal niet zo. Er liggen daar nog heel veel kansen, er zijn nog heel veel behandelingen onderbelicht.

Mensen hebben vaak het idee dat als iemand ouder wordt en die persoon problemen krijgt, dat je dan standaard naar een opname gaat.
Die tijd is echt voorbij. Mensen worden nog wel opgenomen, maar blijven minder lang en worden sneller weer doorgeplaatst of gaan naar huis. Dat is echt veranderd. We behandelen nu veel meer mensen, maar hebben minder bedden. Het is niet meer pappen en nathouden, maar de focus ligt op behandelen. Daar is veel winst in behaald. Vroeger ging je standaard naar een verzorgingstehuis, dat is nu niet meer.

Zien jullie dat veel eenzaamheid onder ouderen?
Ja zeker, dat zien we erg veel. Vooral in deze coronatijd. De dagbesteding kwam natuurlijk volledig stil te liggen en dat is juist iets waar mensen veel steun uit weten te halen. Daarnaast konden we tijdens de lockdown ook niet of minimaal bij mensen langs. Dat was natuurlijk wel erg ingewikkeld. Daardoor zagen we meer angst en stemmingsklachten, meer depressie. Veel ouderen hebben een klein netwerk en dat viel dan weg. Sommige mensen gingen twee keer in de week naar de dagbesteding. Maar als dat wegvalt, heb je opeens niets meer.

Hoe ziet het er eigenlijk uit, zo’n opnamekliniek voor ouderen?
Binnen de divisie hebben we drie opnameklinieken, één in Westerdok in Almelo, één aan de Rielerenk in Deventer en één aan de Eerdelaan in Zwolle. Aan de Eerdelaan hebben we naast de gesloten opname kliniek ook een extra gesloten unit. Hier kunnen we mensen behandelen om te voorkomen dat ze naar een extra beveiligde kamer (EBK), de vroegere isoleerkamer, moeten. Hier hebben zij een aparte woonkamer, waar ook een verpleegkundige aanwezig is. Hier komen mensen die te druk, te manisch of te ontregeld zijn om in de groep te kunnen functioneren. Daar kunnen we die mensen één-op-één begeleiding geven. Ook hebben we daar de mogelijkheid tot rooming-in, zodat we familie kunnen betrekken bij de behandeling. Het uiteindelijke doel van die behandeling in de unit is dat mensen weer op de afdeling kunnen terugkeren en daar kunnen functioneren.

Hoe belangrijk is de betrokkenheid van naasten?
Dat is heel belangrijk voor de behandeling. We voeren altijd familiegesprekken, daarnaast heeft elke patiënt een evv-er (eerste verantwoordelijke verpleegkundige), die wekelijks contact heeft met de familie als de patiënt is opgenomen in de kliniek. Veel ouderen hebben vaak betrokken familie, soms is dat een partner maar vaak ook de kinderen. Dus dat is wel een belangrijk deel van de behandeling en een groot aandachtspunt voor ons.

Komen bepaalde stoornissen meer voor bij ouderen?
De meest voorkomende klachten zijn angst en stemming, daarnaast zien we veel depressieve stoornissen. Ook komen psychische klachten door persoonlijkheidsstoornissen, soms in combinatie met verslavingsproblematiek, voor. De stoornissen delier en dementie komen ook veel voor op de oudere leeftijd. maar als dementie op de voorgrond staat, zijn wij niet aan zet. Dan ligt de behandeling en zorg bij de ouderenzorg. Bij een delier is het ziekenhuis aan zet.

Angst en stemming is sowieso de grootste groep psychiatrische patiënten. Er komen natuurlijk steeds meer ouderen, maar ik denk dat de toestandsbeelden niet zoveel gaan veranderen. Het is niet te voorspellen dat ouderen met psychiatrische problemen fors zullen toenemen, maar het is wel een gegeven dat de groep ouderen totaal sterk zal groeien in de komende jaren.

Over de auteur

Meer ervaringsverhalen over: