Tijdens zijn bezigheden als voorzitter put hij uit zijn eigen ervaring. Zesenveertig jaar geleden trouwde hij op zijn negentiende met zijn vrouw. “Ik merkte al snel dat ze psychisch minder sterk was. Ze leunde veel op mij, had mij echt nodig.” Pieter kreeg een baan in Harderwijk, maar ze kregen er pas vier maanden later een woning. Een weekendhuwelijk, noemt Pieter het. Zijn vrouw had het zwaar zonder hem en ging naar de huisarts. Depressief, was de conclusie. Het ging uiteindelijk wat beter, maar een paar jaar later liep ze weer een deuk op, zoals Pieter het noemt. Jaren van therapieën, herstellingsoorden en opnames volgden.
Van kwaad tot erger
Lithium bleek goed te helpen, maar vanwege somatische klachten moest ze hier mee stoppen. “Het ging van kwaad tot erger, alles kwam bij haar binnen”, vertelt Pieter. Verschillende opnames in het ziekenhuis, revalidatie en opnames in de Rielerenk volgden, totdat ze een aantal jaar geleden werd opgenomen in Huis aan de Dijk.
Er moet een lijntje zijn van de hulpverlener naar de naaste en andersom
Pas na de opname kreeg Pieter rust en merkte hij dat hij al die jaren op eieren had moeten lopen. De verpleging gaf aan dat hij zich nu los moest maken van zijn rol als mantelzorger en hulpverlener en weer echtgenoot moest worden. “Maar ik wist niet hoe. Veertig jaar heb ik voor haar gezorgd, ik hielp haar met alles. Ik had handvatten nodig, maar kreeg maar weinig antwoorden. Eigenlijk ben ik een onbestorven weduwnaar”, vat Pieter samen. “Mijn vrouw is er niet meer, maar toch is ze er nog. Je houdt altijd de hoop dat ze weer naar huis kan, maar op een gegeven moment moet je accepteren dat dat niet meer haalbaar is. Niet alleen voor haar, maar ook voor mij niet.”
Cursus voor naasten
Twee jaar geleden volgde Pieter een cursus voor naasten. “Hier kwam eigenlijk alles naar voren wat ik me in al die jaren zelf al had aangeleerd. Er werd me wel eens gevraagd waarom ik geen vragen stelde tijdens al die jaren. Maar als je niet weet waar je naar moet vragen, gaat dat lastig.”
Adviesraad Naasten
Nu zet Pieter zich in als voorzitter voor de Adviesraad Naasten. De Adviesraad heeft als doel om bij te dragen aan een optimale behandeling door ook naasten te betrekken. “Wij proberen richting en duiding te geven, niet alleen aan naasten, maar ook aan het bestuur. We willen de naasten van patiënten bijstaan, er echt voor ze zijn. Zij hebben een hand nodig. Het is niet nodig dat zij het wiel opnieuw moeten uitvinden.” Het zogeheten ‘triadisch werken’ ziet hij als een ideaalbeeld. “Er moet niet alleen een lijntje zijn via de patiënt, maar ook van de hulpverlener naar de naaste en andersom. Dan zijn we op de goede weg.”