HBA is een klinische behandelafdeling met een open karakter voor maximaal 33 (jong)volwassenen tussen de 18 en 35 jaar met autisme en ernstige bijkomende problemen. Vanuit onze klinische setting werken we samen met de cliënt en diens naastbetrokkenen aan herstel in de maatschappij, aansluitend bij individuele wensen en behoeften. Hierbij gaan wij uit van kansen en mogelijkheden. Onze onderliggende basismethodiek is Steunend Relationeel Handelen (SRH). Deze methode is ondersteunend aan het maatschappelijke herstelproces van de cliënt. De opnameduur is maximaal 2 jaar.
Verwijzers kunnen cliënten aanmelden voor behandeling bij HBA middels het aanmeldformulier op de website van het SCOS. De verwijzer levert hierbij de benodigde informatie aan zodat de aanmelding gescreend kan worden. Bij een passende hulpvraag wordt de cliënt samen met de verwijzer en/of naastbetrokkene(n) uitgenodigd voor een indicatiegesprek. Tijdens dit gesprek wordt samen onderzocht of de wensen en hulpvragen van de cliënt passend zijn binnen het behandelaanbod van de HBA.
Omdat de HBA ondanks de relatief lange opnameduur geen woonafdeling is, wordt in het indicatiegesprek tevens aandacht besteed aan de woonplek gedurende de klinische behandeling. Wanneer de behandeling eerder stopt dan vooraf de bedoeling is, moeten cliënten terecht kunnen op een woonplek. Ook is het belangrijk om tijdens de behandeling op de HBA op bepaalde momenten aangeleerde vaardigheden te oefenen in een thuissituatie. Dit bevordert het maatschappelijk herstel en maakt meer inzichtelijk welke vaardigheden nog vergroot moeten worden. Tevens zorgt het ervoor dat de overgang van de HBA naar een vervolgplek minder groot is. Het hebben van een woonplek gedurende de behandeling op de HBA is dan ook een randvoorwaarde voor opname.
Wanneer tijdens het indicatiegesprek wordt ingeschat dat de wensen en hulpvragen van de cliënt aansluiten bij het behandelaanbod van de HBA, wordt er een positieve indicatie voor opname afgegeven. De cliënt wordt op de wachtlijst geplaatst en er volgt een intakegesprek. Tijdens het intakegesprek wordt aan de hand van het Vaardighedenweb ASS (Zandvliet & van der Krift, 2018) inzichtelijk gemaakt hoe de cliënt functioneert op verschillende levensgebieden en welke hulpvragen hier aanwezig zijn. Na dit gesprek wacht de cliënt tot er een opnameplek beschikbaar is op de afdeling en volgt de proefopname.
Proefopname: 2 weken
De proefopname is een periode van 2 weken waarbij de cliënt wordt uitgenodigd om te ervaren hoe het is om opgenomen te zijn op de HBA. In deze 2 weken vindt er een kennismaking plaats met de afdeling en volgt de cliënt een basisprogramma bestaande uit groepsmomenten, activiteitenblokken en individuele gesprekken met begeleiders. Het doel van deze periode is wederzijds onderzoeken of de HBA aansluit bij de wensen en hulpvragen van de cliënt. Hierdoor krijgt de cliënt een indruk van de afdeling en het behandelteam en maakt het behandelteam kennis met de cliënt. Na de proefopname wordt samen met de cliënt besloten of de opname wordt voortgezet middels de behandeling die dan aansluitend van start kan gaan.
Klinische behandeling: maximaal 2 jaar
Er is een vaste dagelijkse structuur op de HBA met daarin een afwisseling van groepsmomenten, gezamenlijke eetmomenten, activiteiten/therapie blokken en individuele begeleidingsgesprekken. Elke doordeweekse dag kent 4 blokken (2 in de ochtend en 2 in de middag), waarin afwisselend diverse vormen van dagbesteding, sport, groepstrainingen, individuele begeleidingsgesprekken en therapieën aangeboden worden. Afhankelijk van behandeldoelen, belastbaarheid, interesse cliënt en beschikbaarheid modules/ therapie zijn doorgaans 2 tot 3 blokken per dag gevuld. De avonden staan in het teken van de dag afsluiten en ontspanning en er worden dan ook geen reguliere gesprekken gepland in de avond. De weekenden staan in het teken van het oefenen van vaardigheden in de woonsituatie, tot ontspanning komen en het leren invullen van vrije tijd.
De basismethodiek van de HBA bestaat uit de SRH. Deze methodiek helpt om systematisch te komen tot hersteldoelen die gericht zijn op herstel in de maatschappij.
In de eerste fase van de behandeling wordt samen met de cliënt een krachtenprofiel opgesteld. Een krachtenprofiel brengt de wensen en krachten van de cliënt in kaart. Aan de hand hiervan wordt met elkaar bepaald welke wensen in een persoonlijk plan uiteengezet worden in kleine, haalbare subdoelen. We vinden het belangrijk dat successen gevierd worden en krachten uitvergroot.
De behandeling op de HBA is te vergelijken met een zoektocht naar persoonlijke krachten, kwetsbaarheden en het leren omgaan hiermee. Zodat cliënten snappen hoe autisme bij hen werkt, leren hoe zij kunnen komen tot nieuw gedrag en het leven overzichtelijker wordt. Individueel wordt besloten welke elementen in de behandeling nodig zijn om hiertoe te komen.
Programmaonderdelen die ingezet kunnen worden zijn: psycho-educatie, autisme toolkit en diverse trainingen. Ook volgt iedere cliënt op de HBA de cursus ‘Herstellen doe je zelf’, gegeven door de ervaringsdeskundige en begeleider van de HBA.
In de loop van het leven zijn vaak bijkomende problemen ontstaan, waarvoor aanvullende therapieën op indicatie ingezet kunnen worden, zoals verwerkingsgerichte psychotherapie, EMDR, COMET, systeemtherapie, farmacotherapie, muziektherapie, PMT. Ook zijn aanvullende modules of trainingen op indicatie mogelijk, bijv. gericht op slaap, zelfzorg of verslaving. Met elke cliënt wordt een signaleringsplan gemaakt of geactualiseerd.
Na 3 maanden klinische behandeling vindt standaard een evaluatie plaats met de cliënt, betrokken behandelaren en met voor de cliënt belangrijke anderen. Deze evaluatie wordt elke 6 maanden herhaald. Voor een evaluatie moment vult de cliënt ROM-lijsten in welke tijdens de evaluatie worden besproken. Deze helpen de behandeling te evalueren en bij te stellen. Tussentijds evalueren we dit waar nodig op verzoek van cliënt of behandelaren. Aan het eind van de klinische opname vindt een afsluitend gesprek plaats.
Vervolgzorg
Al aan het begin van de behandeling wordt aandacht besteed aan vervolgzorg. Veel cliënten kiezen ervoor om na de behandeling op een andere woonplek te gaan wonen dan voor opname. Bijvoorbeeld bij een begeleide of beschermde woonvorm. Aangezien hier vaak lange wachttijden zijn, wordt hier al aan het begin van de behandeling een plan in uitgestippeld. Een maatschappelijk werker van de HBA kan hierin helpen. Er is geen garantie dat de wenselijke vervolgzorg (bijvoorbeeld een begeleide woonvorm) kan aansluiten op de behandeling bij de HBA. In dit geval zal de cliënt dus eerst teruggaan naar de woonplek die de cliënt zelf georganiseerd heeft gedurende de behandeling. Wanneer het einde van de behandeling in zicht is, wordt samen met de cliënt onderzocht hoe de vervolgzorg zo goed mogelijk kan worden nagebootst op de HBA. Dit is om de overgang naar vervolgzorg zo goed mogelijk voor te bereiden.
Wanneer de cliënt met ontslag gaat van de HBA vindt er een warme overdracht plaats met de vervolgzorg. Dat betekent een gezamenlijk gesprek met de begeleiding van de HBA en de vervolg begeleider/behandelaar. Indien gewenst kunnen er na ontslag nog maximaal 3 gesprekken worden gevoerd met de begeleiding van de HBA om de overgang zo goed mogelijk te laten verlopen.